Reid Anderson en Dave King zijn de ruggengraat van The Bad Plus. De nieuwe leden Chris Speed en Ben Monder kleuren de nummers vakkundig in met hun melodieën en improvisaties. The Bad Plus was tot vorig jaar een jazzpianotrio dat onder andere fantastische covers speelde van Nirvana, Tears for Fears en Blondie. Na het vertrek van pianist Orrin Evans is het trio omgevormd tot een kwartet met saxofoon en elektrische gitaar. Het is deze avond duidelijk te horen dat ze een nieuw muzikaal pad zijn ingeslagen.
Het kwartet bestaat uit twee duo’s: de totaal op elkaar ingespeelde en steady groovende King en Anderson. Deze mannen uit Minneapolis spelen inmiddels al 22 jaar samen. Daarnaast Speed en Monder, die elkaar op saxofoon en gitaar afwisselen. Ze spelen beurtelings op de voor- en achtergrond. Mooie solo’s en soms meen ik een vlaagje Bowie te horen. Maar dat kan ingebeeld zijn omdat ik weet dat Ben Monder meespeelt op David Bowie’s album Black Star.
Saxofonist Chris Speed komt goed uit de verf naast al het drum- en gitaargeweld. Hij gebruikt geen special effects, een behoorlijke prestatie om zo mooi en helder over de rest heen te blazen. Drummer King houdt het allesbepalende ritme vast, speelt naast 4/4 ook in 7/8, en altijd zeer strak en uptempo. Het nieuwe nummer ‘Anthem for the Earnest’ is geschreven door Dave King. Hij laat de saxofoon en de gitaar ritmisch spelen met slechts een repeterend motiefje als melodie. De bas echoot deze melodie op een ander moment van de maat. Alles past precies in elkaar en wordt ook nog eens perfect getimed afgewisseld door breaks. Het is een mooi moment als Ben Monder zijn solo start en het nummer vloeiend loskomt van de melodie.
Waar de band uitslaat naar heftige rock en noise in het nummer Sick Fire wordt het iets te ingewikkeld voor mijn oren. Maar er zijn ook voldoende melodieuze, wat langzamere jazz-rock ballads. Soms trekt het de spirituele kant op en doet het haast psychedelisch aan, met lang aangehouden tonen en sferische melodieën. Ook is te horen dat de band de jazzgeschiedenis kent. Het nummer ‘Sun Wall’ start met een unisono post-bebop intro. Het laatste nummer is volkomen eigentijds en ambient: Ben Monder kan hier voluit en Reid Anderson laat zijn bas voor wat het is, hij bedient de special effects. Het publiek blijft na het einde van het nummer nog minutenlang stil, in trance haast. Daarna barst het applaus los voor deze fantastische band, gehuld in ruithemden en met wollen mutsjes op.
Tekst: Vanessa Monfils
Beeld: Maurits van Hout