Het maakte even flink wat indruk in de zaal van het Koorenhuis: mist die vanuit de zijkant van het podium als een bijna ondoorzichtige wolk de zaal in dreef. En daarna klaarde het helemaal op en blonken de instrumenten van de podiumgasten de bezoekers toe. Tot het schouwspel zich weer herhaalde met zoveel mist dat een concertganger enthousiast “Purple rain” riep. “Purple is the colour,” verbeterde een ander met de naam van het Oostenrijkse gezelschap dat zijn opwachting kwam maken.
Het Oostenrijkse kwartet kwam op uitnodiging van ProJazz naar het Koorenhuis. Met de naam van de groep in gedachten werden de bezoekers in de aanloop naar het optreden gevraagd naar hun favoriete kleur. “Paars natuurlijk,” klonk het. Datzelfde antwoord hadden de muzikanten gegeven, hoorden de concertgangers. Met daarbij de specificatie dat ze ook graag blauw zagen vanwege de rust die deze kleur uitstraalt en rood vanwege het stormachtige karakter van deze kleur. Gemengd levert dat paars op; vandaar ook de naam van het kwartet.
Het resultaat valt dan volgens mensen die weten waar ze het over hebben onder de categorie ‘postmodern’. ‘Jazz maar dan anders’ kan ook, want het is niet aan een bepaalde stijl gebonden. En met enige regelmaat een beetje uitbundig, net als de postmoderne gebouwen die tegen het einde van de vorige eeuw overal te zien waren. Het station bijvoorbeeld dat Assen tussen 1989 en 2016 had; een ontwerp van architect Rob Steenhuis; alweer vervangen door iets anders. Een gebouw met de kleuren van snoepjes waarvan kindertjes, hup naar buiten, gaan stuiteren. Kijk voor de aardigheid maar eens op https://www.fotoarchiefassen.nl/station-assen-van-oud…/
Veel recente jazzgeschiedenis haalden de Oostenrijkers aan in hun muziek. Voor de kenner een mooie gelegenheid om te raden wie zoveel jaar geleden als eerste bekend werd met zulk spel. En daarmee het oordeel over zich afriep: “Die kan helemaal niet spelen!”
Zulke manieren van spelen zijn soms ook niet meer los te zien van de muzikant die ermee bekend werd. Een gedreven sopraansaxofonist roept meteen de herinnering op aan John Coltrane die een paar maten ‘My favorite things’ uitbouwde tot erg lange solo’s en pas daarna aan de muzikant die in levende lijve op het podium staat.
In het Koorenhuis klonken goed ingestudeerde jazz en omstreken met solo’ s die zich in de aanloop niet altijd als een solo lieten herkennen omdat ze begonnen als een kleine variatie op wat de anderen speelden. Of als reactie op wat er op het podium gebeurde zoals bij het laatste stuk van de avond toen het aan de zijkant van het podium begon te sissen en dichte mist het zicht beperkte. De muzikanten konden er wel om lachen en saxofonist Štěpán Flagar leek mooi in te haken op het technische lawaai.
Postmodern, als dat de correcte term is, klinkt bij Purple is the Color niet alleen als muziek van en voor technisch gevorderde muzikanten maar ook als een rustige achtergrond om even na te denken over de vraag of het postmoderne station van Assen nou echt zo bijzonder was of dat er met de sloop weinig verloren is gegaan. De architect heeft er naar verluidt niet om getreurd. In de architectuur betekent ‘postmodern’ nu ‘gedateerd’. Dan de muziek van Purple is the Color: die is helemaal van deze tijd!
Best wel een enthousiast verhaal geworden, toch?
Jo van Oeffelen
photo: @jazzphotographyholland
Purple is the Color was here…
Simon Raab | piano
Štěpán Flagar | sax
Martin Kocián | bas
Michał Wierzgoń | drums
Štěpán Flagar | sax
Martin Kocián | bas
Michał Wierzgoń | drums